Dus als het kriebelt moet je vrijen?

Het is de Week van de Lentekriebels!

Ik denk meteen aan frisgroen gras, vogelgekwetter, prille zonnestralen en ochtenddauw. Aan lieveheersbeestjes en zachte wilgenkatjes. Aan eindelijk weer dat supervrouwelijk jurkje uit de kast kunnen halen en daarmee officieel de winter van me af schudden.

Lentekriebels hebben iets betoverends: ze dragen de belofte van iets moois in zich. Een boodschap van hoop, van nieuw begin, alsof de hele natuur je uitnodigt: Kom naar buiten, ga mee op avontuur, het is beslist de moeite waard! En voor je het goed en wel beseft sta je met de verfborstel in de hand bij het tuinhek of timmer je met de (klein)kinderen een nestkastje in elkaar.

O, maar blijkbaar gaat het over seks

Nou ja, op zich eigenlijk een goed idee: elk jaar een week lang bewust stilstaan rond relationele en seksuele vorming op school. Ik gaf eerder al aan hoe het onderwijs kan helpen om relationele vorming uit het verdomhoekje te halen, en waarom het hoog tijd is om dat te doen.

Neem nu een onderwerp als verliefdheid: ideaal! In de klas praten over dat heerlijke gevoel van op wolkjes lopen en alleen nog aan die éne kunnen denken. Over rustig naar elkaar toe groeien en o zo dolgelukkig zijn als het wederzijds is. Maar ook over nee kunnen aanvaarden, de ander respecteren en van jezelf blijven houden. Een uitgelezen kans om mee te geven dat het ok is om als zestienjarige geen relatie te hebben, dat verliefdheid niet hetzelfde is als liefde en dat seks door die rare volwassenen eerlijk gezegd flink overroepen wordt. En dan samen nadenken over wat er nodig is voor je een bindende stap kunt zetten, omdat je nu eenmaal gaat voor lang en gelukkig. Ja, ik krijg er zo een week mee vol!

Helaas

Het thema van de Week van de Lentekriebels wordt bepaald in overleg met Sensoa – en dus gaat het dit jaar over seksueel overdraagbare aandoeningen. “In de eindtermen staat dat jongeren moeten weten hoe ze zich kunnen beschermen tegen soa's. Leer daarom je leerlingen tijdens de Week van de Lentekriebels hoe ze veilig kunnen vrijen” – staat letterlijk op de website.

Zucht. Daar gaan we weer: relationele en seksuele vorming wordt nog maar eens gereduceerd tot “Vrij vooral – maar doe het veilig”.

Versta me niet verkeerd: jongeren moeten weten dat soa’s bestaan en hoe ze zich ertegen kunnen beschermen. Maar waarom altijd die ene invalshoek?

Waarom gaat het nooit over fijn vrijen, realistisch vrijen, verstandig vrijen? Waarom horen jongeren nooit dat het ook een volwaardige optie is om bewust lang te wachten voor je seksueel actief wordt? Dat is nochtans een beproefde manier om jezelf te beschermen, niet alleen tegen soa’s, maar ook tegen ongewenste zwangerschappen of vervelende bijwerkingen van pilgebruik. En dan heb ik het nog niet over traumatiserende eerste keren onder druk van de partner, of emotionele schade in een relatie tussen jongeren die eigenlijk nog niet rijp genoeg zijn...

Is dat alles dan misschien minder waar – en minder waardig? Ik denk van niet.

Ik zeg niet dat we moeten terugkeren naar het absolute verbod en de taboesfeer van vroeger - dat richtte immers net zo goed schade aan. Maar ik ben er wel van overtuigd dat de hele samenleving erbij zal winnen als jongeren wat vaker te horen krijgen dat seksuele en relationele vorming veel meer omvat dan veilig vrijen alleen.

Nathalie Van De Walle