Lummeldagje(s)
Ik wist het.
Al lang. Vandaag mogen drie van mijn vier kinderen weer naar school. Voor het eerst sinds 13 maart. Twee dagen per week. De thuisblijver? Die houdt niet zo van school. Die prijst zich gelukkig en aanloopleert lekker zelfstandig verder.
‘Geweldig!’ zou je denken. ‘Eindelijk tijd voor die gehamsterde ideeën van je’.
Inderdaad: ik sta te popelen om daarmee aan de slag te gaan.
Maar.ik.kom.maar.niet.op.gang.
Zo gaat het altijd na een vakantie: de belevenissen van de afgelopen dagen (weken, in dit geval) moeten in mijn hoofd nog op hun plaats vallen. De knop moet van mamamodus naar werkmodus. En dat duurt even.
De tijd dat ik me daar druk over maakte, is gelukkig voorbij.
Leve het lanterfanten
Daarom ga ik lummelen, vandaag.
De afwas doen. Een stukje chocola eten. Een boek vastpakken. Het terugleggen. Uit het raam staren. Een paar eenzame mensen opbellen. Thee drinken. Neuriën. Knuffelen met de thuisblijver. Een rondje in de tuin lopen. En gewoon blij zijn dat ik leven mag.
En morgen?
Dat zien we dan wel. Want dan zijn ze weer thuis. Misschien heb ik met dat twee-dagen-les-per-weekritme nog heel wat lummeldagjes in het verschiet…
Ach wat: corona leerde mij dat de ratrace eigenlijk nergens voor nodig is. En trouwens:
Wordt dus ongetwijfeld vervolgd… maar alles op zijn tijd.